de | wereld | in | gedichten
ramon | kool

Ze bleef wachten

In een hoekje van de kamer
stond ze te wachten
ze stond er alleen,
in het donker,
te wachten

Het jammere was alleen
dat zij niet wist waarop
of op wie
en al helemaal niet waarom

Maar ze bleef wachten

Haar nagels werden langer
haar haren groeiden door
maar ze bleef wachten
maanden gingen voorbij

Maar ze bleef wachten

De hoek waar ze in stond
vlakte af, werd rond,
niet veel, maar voldoende
om geen hoek meer te zijn

De kamer verging,
van een plafond was al
lang geen sprake meer
en de vloer, was enkel 'daar'

Maar ze bleef wachten

Ze kon het niet
over haar hart verkrijgen
om op te geven,
om te stoppen met wachten
ook al wist ze niet waarop,
of op wie
en al helemaal niet waarom

Dus bleef ze wachten

Het einde voorbij